Vrachtwagenfabrikant Enginius, onderdeel van de Faun Group, brengt de nieuwe Citypower-truckmodellen als brandstofcel- en batterij-elektrische varianten op de markt. Enginius presenteerde de voertuigen op de IAA.
Met de Citypower 1633 toonde het bedrijf voor het eerst een middelzware vrachtwagen. De bedrijfswagen is gebaseerd op de Classic Space-cabine van de Atego van Daimler Truck. Met een toegestaan totaalgewicht van zestien ton en voertuigbreedte van 2,30 meter blijft de wendbaarheid en overzichtelijkheid behouden. De Citypower 1633 is verkrijgbaar met twee wielbases, 4.760 mm en 5.360 mm. De verwachting is dat deze eind 2025 beschikbaar zal zijn.
De BEV-variant van de Citypower moet met een actieradius van 300 km voldoende potentieel bieden voor stedelijk en regionaal vervoer om de total cost of ownership (TCO) van de wagenparken te optimaliseren. Maximale efficiëntie van het aandrijfsysteem moet worden gecombineerd met een batterijcapaciteit van ongeveer 280 kWh, een laadvermogen van 8,8 ton en een levendige rijervaring.
Hub to hub
De Citypower FCEV is bedoeld om het klassieke hub-to-hub verkeer te verzorgen. De waterstoftruck zal naar verwachting een actieradius hebben van maximaal 600 kilometer. Bovendien kan de truck op dieselsnelheid 32 kilogram waterstof tanken. De speciaal ontwikkelde H2-tanks met 350 bar voldoen aan de nieuwste keuringsnorm en een laadvermogen van 9,4 ton.
De synchrone motor, die in beide versies wordt geïnstalleerd, zal naar verwachting 248 kW continu vermogen leveren op de weg. Op de acceleratiestrook zijn zo pieken tot 368 kW mogelijk. Voor een goede hellingshoek en maximale efficiëntie is een automatische handgeschakelde transmissie met drie versnellingen geïnstalleerd. Bovendien kan het Enginius-aandrijfsysteem volgens de fabrikant tijdens het remmen veel energie terugwinnen door middel van recuperatie.
De Citypower is ontworpen om variatie te bieden voor carrosserieën en aanbouwdelen, net als zijn conventionele tegenhanger. Framehoogte, doorgangen en toegankelijkheid zijn zo ontworpen dat er voor opbouwfabrikanten geen of slechts enkele aanpassingen nodig zijn. De voertuiglengte voor de specifieke carrosserieën blijft ongewijzigd, omdat zowel accu’s als waterstoftanks ruimtebesparend in het voertuigframe zijn ondergebracht.