Van Eijck Internationaal bergings- en repatriëringsbedrijf heeft recent de eerste twee van vier Scania R500 8x4 trucks als zwaar bergingsvoertuig in gebruik genomen. De rondom luchtgeveerde trucks zijn in eigen beheer opgebouwd met Amerikaanse Miller componenten waarvan Van Eijck importeur is. Bijzonder is dat een van de twee auto’s ook beschikt over een vier keer afgestempelde HMF 50 ton/meter cabinekraan.
“Dat laatste zie je niet veel op een bergingstruck”, vertelt manager Paul van der Burgt. “Wij hebben dat bij deze auto gedaan omdat we dan met een zwaar voertuig ook beter kunnen ondersteunen bij lichtere bergingen en overige werkzaamheden. En ook met een schuin oog naar de markt. Want als importeur van Miller en JIGE zijn al onze auto’s meteen onze showroom en dus ook voor belangstellenden te koop na een periode van gebruik. Maar de hoofdrol van de truck is toch weggelegd voor de Miller Century 6035 lepel uitgevoerd met een Coach-LowRider. Daarmee kunnen wij zo’n beetje elke truck en elke bus snel en veilig afslepen zonder die eerst hoeven op te krikken of met blokken te moeten werken. En dat ook als er een voorband lek is.”
Lage opbergkisten
De opbouw van de Scania bergingsauto voorziet verder in twee DP Winch lieren die enkellijns 16 ton kunnen trekken. “Wat deze trucks bijzonder maakt, is de vorm van de opbouw. Wij hebben hiervoor standaard Amerikaanse opbergkisten gekozen. Die zijn lager dan Europese. Dat heeft het voordeel dat de chauffeur zonder veel moeite en zonder trapjes bij het materieel kan. Dat werkt prettiger, veiliger en is minder belastend,” geeft Van der Burgt tekst en uitleg. “Bovendien ziet het er, vinden wij, mooi uit. Een beetje Amerikaans old skool dus inclusief een stevige flyer achter de cabine voor de werk- en zwaailichten maar toch helemaal inzetbaar zoals we dat hier in Europa gewend zijn.”
Minder gewicht
Nadeel is natuurlijk dat je door lagere kasten, minder materieel kunt meenemen. “Dat is zo”, vindt Van der Burgt. “Het is een beetje de gewoonte van een Nederlandse berger om alles, maar dan ook alles bij zich te hebben. Met als gevolg dat je heel veel zware spullen aan boord hebt die je wellicht één keer per jaar gebruikt. Dan neem ik liever wat minder mee of beter multifunctioneel gereedschap en bespaar ik dat gewicht en dus ook de brandstof. Als het dan een keer nodig is, laat de chauffeur dat stuk uitrusting even nabrengen.”
Daarvoor heeft Van Eijck materieel genoeg rijden. Want met zo’n 175 voertuigen is hij een van de grootste bergers in ons land. “Wij zijn met twaalf vestigingen voornamelijk in Zuid-West en Oost-Nederland actief, ook in het accident management. En verder zie je ons niet alleen in de hele EU maar ook in Engeland, Turkije en Marokko. Gemiddeld rijden onze zware bergingsvoertuigen meer dan een ton per jaar.”
Luxe voor chauffeur
Daar zijn de Scania’s dan ook helemaal op berekend. “We hebben ze voorzien van een retarder met een max. remkoppel van 4.100 Nm, ACC en ze mogen onder ontheffing tot 78 ton treingewicht gaan. De tandemdruk is 26 ton en verder hebben ze alle luxe voor de chauffeur. Van standkoeling tot leren bekleding infotainment en extra cabine isolatie.
Op de vraag waarom Van Eijck deze keer voor Scania koos, komt een diplomatiek antwoord. “Wij werken voor alle merken dus rijden wij ook met alle merken”, zegt Van der Burgt. “Alleen is het wel zo dat wij niet met elk merk alles doen. In de praktijk is een Scania een fijne en modulaire auto om op te bouwen als bergingsvoertuig. Je kunt hem af fabriek al een heel eind in de goede richting configureren en dan kun je snel makkelijk afbouwen.”
“Mooiste vak ter wereld”
Van Eijck rukt duizenden keren per jaar uit voor een vrachtwagen. “En een veelvoud daarvan voor lichtere voertuigen. Dat vraagt veel van onze mensen. Niet alleen vakkennis. Zo zijn al onze chauffeurs, ook die van de zware berging, al gecertificeerd voor het bergen van EV’s. Want dat is de toekomst. Dat zie je nu al met aandrijfassen en naven waar ook elektromotoren in zitten. Maar ook gewone trucks worden steeds complexer. Daar moet je ze wel op uitzoeken. In principe willen wij autotechnici. Die hoeven niet eens een groot rijbewijs hebben. Want ik kan een automonteur sneller leren truck te rijden dan een chauffeur leren sleutelen. Alleen is dat maar het halve verhaal. Vaak moeten onze jongens ook een halve psycholoog zijn, berijders van gestrande voertuigen worden in alle mogelijke emotionele fases aangetroffen. Laten we zeggen dat er veel mensen dit werk willen doen, maar dat lang niet iedereen daar ook echt geschikt voor is. Behalve een eigen opleiding, besteden wij ook veel aandacht aan het welzijn van onze mensen. Je moet elkaar goed in de gaten houden want sommige meldingen waarop wij afgaan, gaan je niet in de koude kleren zitten. Maar als je daarmee kunt omgaan, is het bergingsvak het allermooiste vak ter wereld.”