Terug naar het overzicht

Wetgeving ladingzekering laat nog veel verschillen
in Europa zien

Gepubliceerd op 03-02-2019 09:48 uur

In 2018 is de belangrijkste wijziging op het gebied van ladingzekering in jaren doorgevoerd. Op basis van de Europese richtlijn over technische controles langs de weg is in veel van ons omringende landen de wetgeving op het gebied van lading zekeren aangepast. Zo moet sinds 20 mei 2018 elke lidstaat van de EU in elk kalenderjaar ten minste 5% van het totale aantal ingeschreven voertuigen langs de weg controleren. Vanaf 20 mei 2019 wordt daarbij in veel landen ook een risicoclassificatiesysteem ingevoerd, op basis waarvan ‘risicovolle’ ondernemingen nauwlettender en vaker gecontroleerd zullen worden.


Algemene regels

Voor de controle van de wijze waarop lading is vastgezet zijn nu algemene regels vastgesteld. Het uitgangspunt blijft dat het ladingszekeringssysteem bepaalde krachten tijdens het vervoer moet kunnen weerstaan. Technisch gezegd moet er een vertraging mogelijk zijn van 0,8 g in voorwaartse richting en 0,5 g in achterwaartse en zijdelingse richting. Dit betekent dat wanneer de chauffeur vol op de rem staat, 80 % van het ladinggewicht in voorwaartse richting en 50% van het ladinggewicht in achterwaartse en zijwaartse richting moet worden tegengehouden door het zekeringssysteem.

Bestelauto’s en lichte vrachtauto’s

Nederland, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk gewest hebben daarboven nog bepaald dat goederen ook gezekerd moeten worden om bewegingen naar boven toe tegen te houden. Op die manier wordt voorkomen dat de goederen van het voertuig kunnen vallen. Bovendien vallen in Wallonië ook alle bestelwagens, lichte vrachtwagens en andere goederenvervoervoertuigen onder deze regeling.

In Wallonië en Duitsland zijn de regels bovendien van toepassing op bussen voor passagiersvervoer met meer dan acht zitplaatsen. In de meeste landen geldt deze regeling alleen voor aanhangwagens en voertuigen met een maximale toegestane massa van meer dan 3,5 ton. En als klap op de vuurpijl is ook besloten om in België onder andere de EUMOS-40509-normen voor lading zekeren verplicht te stellen.

Verschil in aansprakelijkheid

Er zijn verschillende regels die bepalen of een bepaalde activiteit de verantwoordelijkheid is van de verlader, de vervoerder of een andere partij, wanneer er bij controle overtredingen worden geconstateerd. In Nederland vloeit aansprakelijkheid voor lading zekeren niet rechtstreeks uit de wet voort. De vervoerder is aansprakelijk voor schade ontstaan tussen inontvangstneming en aflevering van de goederen.

In Wallonië is daarentegen in principe de verlader aansprakelijk voor het niet naleven van de voorschriften. Dit tenzij de verlader kan aantonen dat hij deze verantwoordelijkheid op basis van een (schriftelijke) overeenkomst heeft overgedragen aan de vervoerder. Maar een vervoerder is wel verplicht een document in bezit te hebben met daarop de wrijvingscoëfficiënt, vastgesteld door de verlader. De definitieve aansprakelijkheid bij de overtreding hangt uiteindelijk wel af van de afspraken die verlader en vervoerder met elkaar hebben gemaakt.